1 |
wonenGehuisvest zijn, Gevestigd zijn, Huizen, Leven, Resideren, Verblijf houden, Verblijven, Zetelen, Zijn verblijf hebben
|
2 |
wonen1. als zorgfunctie: het bieden van huisvesting 2. wonen in het algemeen.
|
3 |
wonenregelmatig werkwoord - er je woning hebben Voorbeeld: hij [..]
|
4 |
wonenWONEN Gehuisvest zijn, Gevestigd zijn, Huizen, Leven, Resideren, Verblijf houden, Verblijven, Zetelen, Zijn verblijf hebben
|
5 |
wonenWonen, ow. gel. (ik woonde, heb gewoond), verblijf houden, gehuisvest zijn. *...NER, m. (-s), bewoner, inwoner. *...NING, v. (-en), verblijfplaats, huis (of deel van een huis) waarin men voor goed ver [..]
|
6 |
wonen ( inergatief ) een permanente behuizing hebben
In ons werkgebied wonen ongeveer 200.000 mensen.
|
7 |
wonenWonen of gehuisvest zijn is de benaming voor permanent op 1 vaste plek leven. Deze plek is meestal een woning of andere woning, maar kan in ruimere zin slaan op elke plek waar men langere tijd verblij [..]
|
<< wonder | worm >> |