1 |
wijdenregelmatig werkwoord - hem bij een godsdienstige plechtighei [..]
|
2 |
wijdenWijden, bw. gel. (ik wijdde, heb gewijd), met godsdienstplegtigheden inzegenen, heiligheid verleenen (aan); (r.k.) de priesterlijke waardigheid (aan iem.) geven, ordenen. *...DING, v. het wijden; inwi [..]
|
3 |
wijdenConsecreren, Heiligen, Installeren, Inzegenen, Ordineren, Sacreren, Zalven, Zegenen; Besteden, Bestemmen, Gebruiken, Geven, Schenken, Toewijden
|
4 |
wijden
|
<< wig | wijf >> |