1 |
wederomNog eens, Nogmaals
|
2 |
wederomWederom, bijw. nog eens, nogmaals, bij herhaling; terug. *-STUIT, v. weêrstuit, terugslag.
|
3 |
wederom[o.] (al)weer
|
<< we zijn ons er ten volle van bewust | werkbaar >> |