1 |
waarachtig
|
2 |
waarachtigbijvoeglijk naamwoord - wie de waarheid spreekt en niet bedr [..]
|
3 |
waarachtigWaarachtig, bn. en bijw. (-er, -st), *-LIJK, bijw. waar, zeker; echt; (zeew.) waarachtige (steenachtige) grond. *-, tw. zoo waar als God. *-HEID, v. gmv. waarheid, waarheidsliefde.
|
<< waanzin | waarborgsom >> |