1 |
voorspellenDivineren, Profeteren, Pronostikeren, Voorzeggen, Voorzien, Waarzeggen; Aankondigen, Afschaduwen, Beloven, Betekenen, Voorbeduiden; Spellen
|
2 |
voorspellenregelmatig werkwoord - zeggen dat het gaat gebeuren Voorb [..]
|
3 |
voorspellen
|
4 |
voorspellenMet de regressiecoƫfficiƫnten van de regressielijn waarden van de afhankelijk variabele, Y, berekenen gegeven nieuwe waarden van de onafhankelijk variabele, x.
|
5 |
voorspellenHet proces om tot een prognose te komen. Deze kan onder andere worden gebaseerd op extrapolatie van het verleden naar de toekomst.
|
6 |
voorspellenHet weer verwachten en niet voorspellen. Men verwacht een bepaald soort weer op basis van eerder opgedane kennis. Voorspellen is meer op basis van grote zekerheid of betekening.
|
<< voerman | voertuig >> |