1 |
vloeibaarbijvoeglijk naamwoord - wat kan stromen, wat niet vast is
|
2 |
vloeibaarDun, Liquide
|
3 |
vloeibaar ( thermodynamica ) in staat te vloeien, gezegd van de aggregatietoestand van stoffen die niet vast en niet gasvormig zijn
Water is bij kamertemperatuur vloeibaar .
|
4 |
vloeibaarVloeibaar, bn. (-der, B. ...arer, -st), vatbaar -, geschikt om te vloeijen; vloeijend. *-HEID, v. gmv. *-MAKING, v. het vloeibaar maken.
|
<< vlos | vlieden >> |