1 |
verminderen
|
2 |
verminderenAfnemen, Aftrekken, Afzakken, Bedaren, Beknotten, Bekoelen, Bekorten, Beperken, Besnoeien, Dalen, Inkrimpen, Korten, Luwen, Matigen, Milderen, Minderen, Minder worden, Minimiseren, Miniseren, Reduceren, Stillen, Tanen, Teruglopen, Vallen, Verflauwen, Verkleinen, Verkorten, Verkwijnen, Verlagen, Verlopen, Verpieteren, Verslappen, Verzachten, Verzwak [..]
|
3 |
verminderenminder maken. bijvoorbeeld mama wil de snoepjes van jantje verminderen(minder maken)
|
4 |
verminderenVerminderen, bw. gel. minder -, kleiner maken; (teek.) een beeld -, het naar kleinere omtrekken teekenen; de munt -, hare gehalte slechter maken. *-, ow. afnemen, minder worden; hij vermindert (wordt [..]
|
5 |
verminderenregelmatig werkwoord - minder worden of maken Voorbeeld: [..]
|
<< verenigen | verbinding >> |