1 |
vermijdenonregelmatig werkwoord - ervoor zorgen dat het niet gebeurt< [..]
|
2 |
vermijdenMijden, Omtrekken, Omzeilen, Ontduiken, Ontgaan, Ontlopen, Ontwijken, Schuwen
|
3 |
vermijdenNiet te veel aan denken en je moet veel sterk zijn , geduldig hebben
|
4 |
vermijdentrachten te ontwijken
We moesten onderweg proberen de gladde weggedeelten te vermijden .
|
5 |
vermijdenVermijden, bw. ong. ontwijken, schuwen, mijden; zich onthouden van. *...MIJDING, v. gmv. het vermijden. *...MIJMEREN, bw. gel. mijmerende doorbrengen, - slijten (den tijd). ZICH -, ww. zich door
|
6 |
vermijden ver·mij·den -meed, h -meden mijden, ontwijken, schuwen: een niet te ~ ongeluk
|
7 |
vermijdenIn voorbereiding.
|
8 |
vermijdenis doen wat je niet wilt lol lol olol olololololololololoolololololo0o
|
<< verminken | vermenigvuldigen >> |