1 |
uiterlijk
|
2 |
uiterlijkUiterlijk, bn. en bijw. naar buiten, aan de buitenzijde zich vertoonende; de -e (uitwendige) gedaante (van iets); ten langste, ten laatste, ik kan u - over 14 dagen bezoeken. *-, *-E, o. gmv. de uitwe [..]
|
3 |
uiterlijkbijvoeglijk naamwoord - aan de buitenkant Voorbeeld: uite [..]
|
4 |
uiterlijkhet totaal aan optische eigenschappen van een mineraal. Veldspaat:
|
5 |
uiterlijkDuidt op hoe de wijn eruit ziet als hij nauwkeurig bekeken wordt.
|
6 |
uiterlijkGebruikt voor:lichaamsversieringen
|
7 |
uiterlijk gedeelte dat naar buiten is gekeerd Voorbeeld: zij geeft [..]
|
<< uiteraard | uitermate >> |