1 |
strengbijvoeglijk naamwoord - wie zich strak aan de regels houdt e [..]
|
2 |
strengzonder ruimte voor tegenspraak
Zijn strenge houding zorgde eindelijk voor een gedragsverandering bij de kwajongen.
|
3 |
strengDraad of smalle strook die met andere dooreengevlochten of gewikkeld is.
|
4 |
strengGestreng, Kras, Overtuigd, Rigide, Scherp, Stellig, Stipt, Straf, Strak, Strengelijk, Strikt, Traditioneel; Bar, Bars, Gevoelloos, Hard, Hardvochtig, Keihard, Meedogenloos, Onbarmhartig, Onmeedogend, Onverbiddelijk, Spijkerhard; Band, Draad, Kabel, Koord, Pees, Reep, Snoer, Touw, Touwtje, Vlecht
|
5 |
strengStreng, bn. en bijw. (-er, -st), gespannen, stijf; stipt, niet toegevend, niet zachtzinnig; hard, gestreng. *-, v. (-en), gevlochten koord; riem, reep, leireep; de - van een rijtuig, (waaraan de paard [..]
|
6 |
streng(tekenreeks, string) Reeks tekens, bijvoorbeeld in een zoekopdracht. Vaak omgeven door aanhalingstekens. Voorbeelden: "met de muis" of '29 augustus 1997'.
|
<< stellig | strelen >> |