1 |
straksOp een later, niet bepaald tijdstip. Kan ook in een verdere, niet onmiddellijke toekomst liggen. (b.v. tegen iemand die veel frisdrank gebruikt: "daar krijg je straks spijt van").
|
2 |
straksBijwoord
straks
|
3 |
straksAanstonds, Dadelijk, Flus, Seffens, Strakjes, Zo, Zometeen; Binnenkort, Eerlang, Eerstdaags, Gauw, Spoedig
|
4 |
straksBinnen een paar uur
|
5 |
straksbijwoord - over een poosje Voorbeeld: straks gaan we bood [..]
|
6 |
straksAls je Noors gaat studeren, loop je al snel tegen het bijwoord straks aan. In het Nederlands betekent straks ‘aanstonds, zo meteen’, d.w.z. spoedig, maar niet onmiddellijk: - Ik kom straks. - Nee, nu [..]
|
<< STR | streken >> |