1 |
stompStomp, bn. en bijw. (-er, -st), afgesleten, (het tegenovergestelde van scherp); -e (eggige) tanden; -e wapenen, (waarvan het scherp
|
2 |
stompDreun, Hengst, Opdoffer, Oplawaai, Opstopper, Optater, Peut, Slag, Stamp, Stoot, Vuistslag, Watjekouw; Afgeknot, Afgestompt, Bot, Onscherp, Rond; Stronk, Tronk
|
3 |
stompeen stukje tak dat blijft zitten na slecht snoeien
|
4 |
stompbijvoeglijk naamwoord - met afgeronde punt Voorbeeld: dez [..]
|
5 |
stomp
|
6 |
stompSamen tegen ongewenste medische praktijken (vereniging).
|
<< stoommachine | stabiliteit >> |