1 |
stabiliseren ( overgankelijk ) stabiel maken, bestendigen
De toestand van de patiƫnt werd gestabiliseerd .
|
2 |
stabiliserenFixeren en neutraliseren.
|
3 |
stabiliserenIets wat bv ingestort is weer opbouwen. Iets weer beter maken.
|
4 |
stabiliserenBestendigen, Consolideren, Verstevigen
|
<< sensatie | WSL, WRS >> |