1 |
seniel(seniliteit) (1) de ouderdom (= senium) betreffende (= oorspronkelijke betekenis) (2) geestelijke achteruitgang/dementie (= meest gangbare betekenis)
|
2 |
senielDe ouderdom betreffend; tot de ouderdom behorend
|
3 |
seniel(seniliteit) (1) de ouderdom (= senium) betreffende (= oorspronkelijke betekenis) (2) geestelijke achteruitgang/dementie (= meest gangbare betekenis)
|
4 |
senielaan de ouderdom eigen, door de ouderdom afgetakeld
De nog lang niet seniele oude baas besloot een wereldreis te gaan maken.
|
5 |
senielAfgeleefd
|
6 |
senielAfgelopen én bijna goed voor 6 plankjes in een mooi gat in gewijde grond
|
<< Criterium | Machtsmiddelen >> |