1 |
redenerenRedeneren, ow. gel. (ik redeneerde, heb geredeneerd), spreken, zijne meening (over iets) ontwikkelen.
|
2 |
redeneren ( inergatief ) trachten een logisch samenhangend betoog te houden
Er werd geredeneerd dat stimulering van de economie de staatsschulden nog groter zou maken.
|
<< redelijk | redenering >> |