1 |
profijtEen productkwaliteit uitgedrukt in voordelen die het product de gebruiker oplevert.
|
2 |
profijthet principe dat degene die gebruikmaakt van een overheidsvoorziening en daar dus van profiteert, daar zélf meer voor moet betalen
|
3 |
profijtProfijt, o. (-en), voordeel, winst. *-ELIJK, bn. en bijw. (-er, -st), voordeelig, winstgevend. *-ERTJE, (B. -N), o. (-s), standaardje om een endje kaars er op te laten uitbranden.
|
4 |
profijt wat je kan helpen een doel te bereiken Voorbeeld: we heb [..]
|
5 |
profijtBaat, Gewin, Opbrengest, Rendement, Resultaat, Verdienste, Voordeel, Winst; Nut, Utilisatie, Voordeel
|
<< Sociaaleconomische verhoudingen | multiplier >> |