1 |
professioneelIemand die bekwaam/vakkundig is in zijn beroep. Iemand die beroepsmatig iets uitvoert. Iemand die niet profesioneel is wordt amateuristisch genoemd.
|
2 |
professioneelHet uitoefenen van werkzaamheden met kennis van het betreffende vak. ( Lees vakmanschap) Ongeachte opleiding, dienstverband, ZZP-er of vrijwilliger.
|
3 |
professioneelin het kader van de uitoefening van een beroep
Dat getuigt van een professionele aanpak.
|
4 |
professioneelpro·fes·si·o·neel (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) van beroep aan het beroep eigen (als) van een vakman: een professionele aanpak
|
5 |
professioneeliemand die werkt volgens de regels van zijn beroep
|
6 |
professioneelpro·fes·si·o·neel (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) van beroep aan het beroep eigen (als) van een vakman: een professionele aanpak en iemand die voor de regering werkt
|
7 |
professioneelEen lid van een beroepsgroep met een erkend niveau van vakbekwaamheid, dat werd bereikt met voortgezette studie en in de praktijk opgedane ervaring.
|
8 |
professioneelprofessioneelbn professioneel [profɛʃoˈnel] 1 behorend bij een beroep;= beroeps De picknick wordt verzorgd door professionele koks.
|
9 |
professioneeliemand die erg slim is en goed is in iets. bijv. met computers werken.
|
<< analogie | Objectief >> |