1 |
professionalb.nw. beroeps-, vakkundig, professioneel
|
2 |
professionalz.nw. 1 vakman/vakvrouw [mv. vaklui, vakmensen], vakkundige; 2 beroeps, beroepsbeoefenaar, beroepskracht; 3 [sport] prof, beroepsspeler, beroeps(golfer, -fietser, etc.)
|
3 |
professional
|
4 |
professionalman of vrouw werkzaam op een kantoor (vroeger: kantoorklerk). In tegenstelling tot de kantoorklerk dient de professional er een gsm en een netwerk op na te houden.
|
5 |
professionalBeroepsspeler, Beroepssportman, Prof, Profspeler
|
6 |
professionalIemand die voor den brode wedstrijden speelt of les geeft.
|
<< profeet | profiteren >> |