1 |
moor(Moerassig) hoogveengebied, Duitse naam die ook voorkomt in Noordoost-Nederland. Bron: Glossarium Nederlands Landschap
|
2 |
moorfluitketel
|
3 |
moorVeengebied
|
4 |
mooreen patatje met extra veel patatje en pataje jopie saus met mayo
|
5 |
moor( slang ) ( familie ) moeder
|
6 |
moorMoor is een Franse jongensnaam en betekent "Een donkere huid". De naam stamt af van Maurus.
|
7 |
moor1. naam waarmee in Voor-Indiƫ een mohammedaan werd aangeduid; de hindus waren gentieven. Portugees mouros. GM4: werd in de oudere generale missiven moor voor moslim in het algemeen gebruikt, geleidelijk kreeg het de zin van (moslimse) onderdaan van de groot-mogol van Ceylon; 2. mohur.
|
8 |
moorMoor, m. (-en), of MOORIAAN, m. (...anen), zwarte, neger, Afrikaan, Ethiopiƫr; blanke -, albinos, witte neger; eenen - schoon willen wasschen, vergeefsche moeite doen. *-, o. zek. zijden stof.
|
<< kruim | politieke participatie >> |