De afkorting "Mof" betekent "Een als 'misdrijf omschreven feit'".

Mof is een scheldwoord voor Duitsers

Matter Of Fact, Afkorting voor 'om precies te zijn', wordt vooral gebruikt bij het chatten Zie ook: Chatten

(Duits) Man ohne freunden, (Nederlands) Man zonder vrienden.

Scheldnaam van de Nederlanders voor de Duitsers.

Mensch ohne Freund mens zonder vriend

Menschen ohne Freunden ( Moffen ) zijn mensen zonder vrienden

Toestand van het lichaam waarbij meerdere organen tegelijk falen (zoals longen, nieren, lever en hersenen) als reactie op ernstige verwondingen, grote operaties of ernstige infecties

Moffen worden gebruikt in de elektrotechniek voor: aftakkingen en verbindingen in hoog en laagspanningskabels, openbare verlichting en verkeersinstallaties alsmede in telefoon en internet verbingdingen.

Multipel orgaanfalen of orgaandysfunctie.

Mof is n verbindings stuk als dat ontbrekt werkt soms n hele ssysteem niet

EEN " MOF " kan ook een " EEN GEPERFOREERD " KAPOT ENGLAIS " ZIJN .. DURIT

Meta Object Facility Onderdeel van OMG's MDA.

Een mof, ook polsmof of handmof is een (winter)kledingstuk dat over de beide handen geschoven kan worden. Meestal bestaande uit een koker van bont met aan beide zijden een opening. Het woord is afkom [..]

De mof is een handverwarmer, meestal van bont. De handen werden aan beide zijden ingestoken in een soort van open sok.

Management Object Format, opslagformaat voor CIM classes in text files; zie MSDN mei 00; zie ook CIM

Meta Object Facility

Een mof is een verbindingsgreep die rondom afsluit. Een veelgebruikte mof is een bescherming van de plek waar twee kabels aan elkaar zijn gelast. De mof bestaat uit twee op elkaar passende schalen. B [..]

Mof is een scheldwoord voor een Duitser, dat vooral in het westen van Nederland en Vlaanderen gebruikt wordt. In het noorden wordt eerder gesproken van poep en in Limburg (zowel Belgisch- als in Neder [..]

Mijn Onderbroek Is fuil is de afkorting van MOF dus like mijn betekenis plz

multiorgaanfalen

Mof, m. (-fen), *-FIN, v. (-nen), spotnaam der Duitschers, (inz. der westfaalsche boeren en boerinnen); (fig.) lomperd; soort mees (zangvogeltje). *-, v. (-fen), zeer breede ring van bontwerk om de ha [..]