1 |
matigbijvoeglijk naamwoord - niet erg goed Voorbeeld: zijn cij [..]
|
2 |
matig
|
3 |
matigMatig, bn. en bijw. (-er, -st), *-LIJK, bijw. sober, spaarzaam, zuinig; tamelijk, middelmatig; niet overdreven; vrij goed; bedaard, ingetogen; zedig, kuisch; eene -e hitte; een - leven; een - (gering) [..]
|
<< Maluku | meid >> |