1 |
maakMaak, v. (B.m.) gmv. het maken; in de - zijn, onder handen zijn. *-LOON, m. en o. (-en), loon voor het maken van iets. *-SEL, o. (-s), werk, gewrocht, voortbrengsel van handenarbeid enz.; fatsoen, vor [..]
|
<< maagschap | maakbare samenleving >> |