1 |
imperatiefin een bevelende zin staat meestal geen onderwerp. Het werkwoord is dan geen persoonsvorm, maar een imperatief. De imperatief schrijf je meestal zoals de stam. Ook hiervoor kan je net als bij de stam het smurfentrucje gebruiken. BV. Smurf je bord leeg. Eet je bord leeg
|
2 |
imperatiefde vorm waarin een werkwoord gebruikt wordt als iets zeker gedaan moet worden
|
3 |
imperatiefZedelijk gebod. Bij Kant is imperatief een zedelijk gebod van algemene strekking, in tegenstelling tot een persoonlijke stelregel (maxime). De imperatief is hypothetisch als hij slechts onder bepaalde [..]
|
4 |
imperatiefLet op: Spelling van 1858 imperativus, Lat., de gebiedende wijs der werkwoorden, als bijvoegelijk woord: gebiedend
|
5 |
imperatiefDwingend of gebiedend; met onweerstaanbare dwang
|
6 |
imperatiefgebiedend, dwingend; met onweerstaanbare dwang; ve hallucinatie, syn. bevelshallucinatie.
|
<< procedureel | anno >> |