1 |
heimelijkgeheim, opzettelijk verborgen
Een heimelijke glimlach verraadde zijn intenties, maar niemand keek.
|
2 |
heimelijkHeimelijk, bn. en bijw. (-er, -st), verborgen, stil, verscholen, geheim, steelsch; op heimelijke wijze; het - gemak; iem. iets - ontstelen; ergens - binnensluipen. *-HEID, v. gmv. verborgenheid, steel [..]
|
3 |
heimelijkstiekem
|
<< heilig | heimwee >> |