1 |
dwaas
|
2 |
dwaas(zov: idioot)
|
3 |
dwaas* dwaas; gek, anders, abnormaal, raar * meervoud; dwazen * bijv. naamwoord; de dwaze jongen, een dwaas antwoord, de dwaze leerkrachten
|
4 |
dwaasDwaas, bn. en bijw. (dwazer, meest dwaas), zot, gek, onverstandig; een - gedrag; dwaze woorden; - handelen. *-, m. (v. eene dwaze), (dwazen), zot; zinnelooze; -, die ik was; de arme -, krankzinnige. * [..]
|
5 |
dwaasdwaas1zn m dwaas (dwazen mv) [dwas] gekke persoon;= gek;= zot
|
6 |
dwaasbijvoeglijk naamwoord - waar je om moet lachen Voorbeeld: [..]
|
<< DVM | dwang >> |