1 |
diaken
|
2 |
diakenAssistent van de celebrant bij de mis; ook een geestelijke die de voorlaatste van de zeven wijdingen ontvangen heeft
|
3 |
diakenHet woord diaken komt van het Griekse woord diakonos (διακονος), dat dienaar betekent. De term komt al voor in de Bijbel: de vroegste christelijke gemeenten hadden diakens (diakenen).
|
4 |
diakenWij katholieke jongeren noemden hem de ,,hulppastoor: "
|
5 |
diakengeestelijke die de vier lagere en twee van de drien hoogste wijdingen heeft ontvangen.
|
6 |
diakenDe leden van de diaconie worden diakenen genoemd
|
7 |
diakenDiaken, m. (-en), *...KONES, v. (-sen), armenverzorger, armenverzorgster. *-SCHAP, o. *-IE, *...KONIE, v. (...ën), kerkelijk armbestuur; kerkelijke armenverzorging; (fig.) er is hier veel -, er zijn v [..]
|
<< diagram | dialect >> |