1 |
continuerenregelmatig werkwoord - het blijven doen, verder gaan Voor [..]
|
2 |
continueren
|
3 |
continueren[o.] 1. doorgaan; 2. handhaven
|
4 |
continuerencon·ti·nu·e·ren (werkwoord; continueerde, heeft gecontinueerd) voortzetten (laten) voortduren
|
<< continu | contact >> |