1 |
bulkz.nw. 1 grootste deel, gros; 2 (scheeps)lading, onverpakte lading
|
2 |
bulkbw. los gestort, onverpakt
|
3 |
bulkonverpakte droge lading die in grote hoeveelheden tegelijk in het laadruim gestort wordt
|
4 |
bulkOnverpakte lading op een scip.
|
5 |
bulkSyn.: Massagoed Def.: onverpakte droge lading die in grote hoeveelheden tegelijk in het laadruim gestort wordt Toelichting: bijvoorbeeld graan, fosfaat, erts, chinaklei of suiker.
|
6 |
bulkBulk staat voor grootte hoeveelheid. Als men spreekt over inkopen van processors in bulk, dan wordt er gesproken over inkopen doen van bijvoorbeeld 500 stuks.
|
7 |
bulk(Vroege middeleeuwen) Bul(c)k(e) : (bij gebrek aan omwalling) een met struiken beveiligd terrein, waarop een nederzetting met een zeker aantal ('bulk') kleine hoeven gevestigd is.
|
8 |
bulkzie massagoed.
|
9 |
bulkin samenst. stort-
|
<< evenredig | Conclusie >> |