1 |
bedeesdbijvoeglijk naamwoord - onzeker tegenover anderen Voorbee [..]
|
2 |
bedeesdweinig assertief
Hij maakte een erg bedeesde indruk.
|
3 |
bedeesdBedeesd, bn. en bijw. zedig, beschroomd. *-HEID, v. gmv.
|
<< bedding | bejegenen >> |