1 |
argelooszonder zich van mogelijk gevaar bewust te zijn
|
2 |
argeloosNiet bewust zijn van mogelijk gevaar. Onbekwaam |
3 |
argeloosArgeloos, bn. (...oozer, -st), niet ergdenkend, te goeder trou w. *-HEID, v. gmv.
|
| << aren | argwaan >> |