1 |
StatigStatig, bn. en bijw. (-er, -st), *-LIJK, bijw. deftig, stemmig. *-HEID, v. gmv. deftigheid, hooge ernst.
|
2 |
StatigDeftig, Gedistingeerd, Groots, Imponerend, Imposant, Indrukwekkend, Koninklijk, Majestatisch, Majesteitelijk, Majesteus, Majestueus, Monumentaal, Nobel, Parmant, Parmantig, Plechtig, Plechtstatig, Pompeus, Statiglijk, Treffeplechtstatig, Pompeus, Statiglijk, Treffelijk, Trots, Voornaam, Vorstelijk, Waardig
|
<< Starnakel | Steevast >> |