1 |
SnatsenEen dikke lijn coke (of een ander snuifbaar middel) snuiven. Op de wc van het cafe zag ik iemand een dikke snats nemen
|
2 |
SnatsenSnatsen, iets snatsen, gesnatst hebben. Het in of uitwerpen van een materie in je lichaam. Vb: heb je die keta weer in je neus gesnatst, Hij snatst het er weer uit , ben je gisteren weer plat gesnatst door die kerel (seks)
|
3 |
Snatsenbaal poeder door de neus boren. meestal in negatieve zin.
|
<< resectie | LG >> |