1 |
SleurBesogne, Cirkelgang, Routine, Slameur, Slentergang
|
2 |
SleurSleur, v. gmv. slender; de oude -, gewoonte. *-EN, bw. gel. (ik sleurde, heb gesleurd), slepen (langs den grond); slenderen. *-GEBED, o. (-en), geprevel. *-GODSDIENST, v. eeredienst uit gewoonte (zond [..]
|
<< Sleuf | Sleuren >> |