1 |
RunnenRennen; Aanvoeren, Beheren, Drijven, Exploiteren, Leiden; Stollen
|
2 |
RunnenRunnen, ow. gel. (ik runde, heb gerund), rennen, hardloopen, rijden; stollen, stremmen (van melk enz.). *...NING, v. het stremmen. *...SEL, RENSEL, o. gmv. stremsel, leb.
|
3 |
RunnenHet begeleiden van een infiltrant of informant.
|
<< Runenspreuk | Rupsenei >> |