1 |
Profitz.nw. winst, opbrengst, voordeel
|
2 |
Profitin samenst. met winstoogmerk, op winst gericht, commercieel
|
3 |
Profit winst , profijt
vervoeging
onbepaalde wijs
to profit
he/she/it
profits
verleden tijd
profited
voltooid
deelwoord
profited
onvoltooid
deelwoord
profit [..]
|
<< quota |