1 |
Economische groeiAls het rëeele binnenlandse product is gestegen.
|
2 |
Economische groeitoename van het reëel nationaal inkomen
|
3 |
Economische groeiDe volumegroei van het bruto binnenlands product (meestal tegen marktprijzen).
|
4 |
Economische groeiToename van de welvaart, meestal gemeten in groei van het nationaal inkomen of in toename van het inkomen per hoofd van de bevolking.
|
5 |
Economische groeiOnder economische groei verstaan we de toeneming van
de behoeftenbevrediging en is dus ruimer dan
productiegroei.
|
6 |
Economische groeinaar a-b-c toename van de productie. Ook wel: de procentuele volumegroei ten opzichte van een jaar eerder van het BBP. (1)
|
7 |
Economische groeiToeneming van de behoeftebevrediging en dus ruimer dan productiegroei, die bijvoorbeeld ten koste van het milieu kan gaan. In het dagelijks spraakgebruik wordt het begrip vaak gebruikt als synoniem voor productiegroei en dan meestal in de zin van toenemende productie per inwoner.
|
8 |
Economische groeiToename van de effectieve vraag, dat wil zeggen de bestedingen die in een land plaats vinden. De omvang van de productiecapaciteit wordt daarbij als vaststaand opgevat {Macro Economie}.
|
9 |
Economische groeiAls het reële binnenlands product is gestegen.
|
10 |
Economische groeiEconomische groei is een toename van economische activiteit vergeleken met een eerder meetpunt. De meest gebruikte indicator is de procentuele toename van het bruto nationaal product (BNP) of bruto bi [..]
|
11 |
Economische groeiHet reële BBP stijgt in een bepaalde periode; het productievolume in een land neemt toe.
|
12 |
Economische groeigemeten in geld.
|
13 |
Economische groeigemeten in koopkracht of goederen.
|
14 |
Economische groeiToename van de behoeftebevrediging.
|
<< politieke cultuur | Prijsmechanisme >> |