1 |
Boekjeverkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boek
|
2 |
BoekjeBoekje, o. (B. -N), (-s), klein boek; (fig.) ik zal een - van u opendoen, uwe misslagen -, uwe slechte daden vertellen; hij houdt zich aan zijn -, aan wat er geschreven staat, hij denkt niet zelf, hee [..]
|
<< boekjaar | boeklong >> |