1 |
zuidwestersmeervoud van het zelfstandig naamwoord zuidwester
|
2 |
zuidwesters(engels: sou'westers) Waterafstotende hoeden die als regenkleding worden gedragen of door matrozen bij slecht weer; met een brede schuin aflopende rand die aan de achterkant breder is ter bescherming van de nek en soms met oorkleppen die onder de kin vastgemaakt worden.
|
<< zuurstof | Zuidwolde >> |