1 |
succedereninvolgen, navolgen, gelukken, in het erfrecht opvolgen, erven
|
2 |
succederenslagen.
|
3 |
succedereninvolgen, navolgen, gelukken, in het erfrecht opvolgen, erven
|
4 |
succedereninvolgen, navolgen, gelukken, in het erfrecht opvolgen, erven
|
5 |
succedereninvolgen, navolgen, gelukken, in het erfrecht opvolgen, erven
|
6 |
succederenSuccederen, ow. gel. (ik succedeerde, heb gesuccedeerd), opvolgen; erven. *...CES, o. (-sen), goede uitslag, voorspoed. *...CESSIE, v. (...ën), opvolging; nalatenschap, erfenis; erfopvolging; regt va [..]
|
7 |
succederenLet op: Spelling van 1858 opvolgen, bijzonder in een ambt of eene waardigheid; gelukkig van de hand gaan, wél slagen in iets. Succes, succès, Fr., de gunstige afloop, de goede uitslag, het gelukkig gevolg. Successie, opvolging, volgreeks; troons-, ambts- of erfopvolging; ook de nalatenschap of erfenis zelve; successio ab intestato, Lat., de natuurlijke of wettige erfopvolging (waartoe geen opzettelijk testament wordt vereischt); successio feudalis, de leensopvolging. Successief, opvolgend; allengs, langzamerhand. Successor, Lat., successeur, Fr., opvolger, erfgenaam
|
<< succedeerde | surrealisme >> |