1 |
lijdzaampijn doorstaand zonder te klagen
Ze moest lijdzaam aanzien hoe haar spullen in beslag werden genomen door de deurwaarders.
|
2 |
lijdzaamLijdzaam, bn. en bijw. (...amer, -st), geduldig, zonder morren lijden verdragende; goedaardig, niet halsstarrig. *-HEID, v. gmv.
|
3 |
lijdzaamzonder verzet, berustend
|
4 |
lijdzaamik wil net als roy en harm thuis platen draaien en cd's en niet meer op kamertemperatuur leven en zo stille meerpaal en zo erg werken en niet m eer genieten vroeger had ik een top leven kom maureen is lijdzaam met dit leven
|
<< Lijdend voorwerp | lijf >> |