1 |
kwakkenKwakken, ow. bw. gel. (ik kwakte, heb gekwakt), geraas maken onder het vallen; op den grond spuwen; hard op den grond neêrsmijten.
|
2 |
kwakken ( overgankelijk ) met enige vaart iets vervormbaars tegen een hard voorwerp gooien
Hij kwakte de verf op het doek.
|
3 |
kwakken(engels: Kwahu) Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep, een subgroep van het kustvolk Akan, die leeft in Ghana.
|
<< kwik | Kwaku >> |