1 |
dwingenje eigen wil opleggen en macht uit oefenen over een andere persoon en de persoon in een hoek drukken en drijven zodat die persoon geen kant op kan en dan doet wat jij opdringt aan de ander en wil dat de ander moet doen.
|
2 |
dwingenonregelmatig werkwoord - zorgen dat hij doet wat jij wilt
|
3 |
dwingen ( overgankelijk ) iemand tegen zijn wil iets opleggen
Hij werd gedwongen om zijn huis te verlaten.
|
4 |
dwingenDwingen, bw. en ow. ong. (ik dwong, heb gedwongen), noodzaken (door geweld); dringen (met kracht); hij was er toe gedwongen; het pakje werd er in gedwongen; plagen, lastig zijn, dat kind
|
5 |
dwingenDuits werkwoord: zwingen- zwang-gezwungen
|
<< Dwergmeeuw | dwergmuis >> |