1 |
antagonistenTegenwerkers; spieren of zenuwen met een tegengestelde werking
|
2 |
antagonistenmeervoud van het zelfstandig naamwoord antagonist
|
3 |
antagonistenzijn spieren waarvan het samentrekken een tegengesteld effect heeft.
|
4 |
antagonistenAntagonisten zijn twee spieren met een tegengestelde werking.
|
5 |
antagonisten1. (tandheelk.) tegenover elkaar liggende elementen in boven- en ondergebit; `tegenbijters’. 2. tegenwerkers; spieren of zenuwen met tegengestelde werking.
|
6 |
antagonisten1. (tandheelk.) tegenover elkaar liggende elementen in boven- en ondergebit; `tegenbijters’. 2. tegenwerkers; spieren of zenuwen met tegengestelde werking.
|
<< Anta | Antal >> |