1 |
staat1) Een toestand, de vorm waarin iets zich bevindt, de wijze waarop iets is. 2) Een land, een onafhankelijk bestuurde en erkende politieke entiteit met een eigen grondgebied. Het woord staat kan verwijzen naar het overheidsapparaat, de bureaucratie en de politieke systemen die het land en het volk besturen, maar ook naar de hele entiteit, het collectief van individuen die samen de staat maken. Een soeverein gebied of natie met een eigen bestuur, juridisch systeem en een interne economie. Die auto bevindt zich in erg slechte staat en kan niet meer verkocht worden.
|
2 |
staateen land met duidelijke grenzen, waarin een kleine groep mensen de rest van de bevolking bestuurd.
|
3 |
staateen gebied met 2 kenmerken: het is duidelijk begrensd en de regering is souverein
|
4 |
staat gebied binnen bepaalde grenzen met eigen regering Voorbe [..]
|
5 |
staatmensen die met elkaar een stuk grond hebben, een eigen overheid en eigen wetten;
|
6 |
staat
|
7 |
staatpolitiek geordende samenleving met eigen regering en duidelijke grenzen.Denk maar aan staatsexamen,wordt afgenomen door de staat en niet door jouw school.
|
8 |
staatEen grondgebied met een eigen bestuur.
|
9 |
staateen duidelijk begrensd woongebied waar de regering de hoogste macht heeft.
|
10 |
staatEen staat is een document waarin gegevens zijn gerangschikt in kolommen (verticaal) en rijen (horizontaal).
|
11 |
staatDocument waarin gegevens in horizontale en verticale rijen zijn weergegeven.
|
12 |
staat(zov: land) (zov: overheid)
|
13 |
staatmensen die met elkaar een stuk grond hebben, een eigen overheid en eigen wetten.
|
14 |
staat- er is grondgebied of territoir
|
15 |
staatJe spreekt van een onafhankelijke staat, wanneer 3 elementen aanwezig zijn:
|
16 |
staathet afgegrensde woongebied van een of meerdere volken dat door andere staten wordt erkend
|
17 |
staatEr zijn vele definities van het begrip staat. Over het algemeen wordt bedoeld een organisatievorm van de maatschappij waarbij sprake is van een grondgebied, ofwel een territoriale staat. De eerste stadsstaten ontstonden in Mesopotamië rond 3000 v.C. In Egypte ontstond toen een 'territoriale' staat, met een sterk centraal gezag. Na de [..]
|
18 |
staatEen staat is een geschrift, houdende een opgave van gegevens, die in een andere vorm danéén rij zijn gegroepeerd.
|
19 |
staatConditie, Gesteldheid, Gesteltenis, Stand van zaken, Toestand; Gelegenheid, Kans, Mogelijkheid; Rang, Stand, Status, Waardigheid; Gebied, Land, Mogendheid, Rijk, State; Lijst, Overzicht, Uittreksel; Berekening, Calculatie
|
20 |
staatDe Staat (Oud-Grieks: Πολιτεία Politeia) is een van de bekendste en meest invloedrijke dialogen van de Griekse filosoof Plato, geschreven omstreeks 380 v.Chr. Hij legde er de fundamenten van zijn poli [..]
|
21 |
staatEen staat is een in hoge mate soevereine organisatie die gezag uitoefent op de bevolking die binnen een bepaald afgebakend grondgebied woont. De staat vertegenwoordigt deze bevolking naar buiten toe e [..]
|
22 |
staat(engels: state (creative stage)) Te gebruiken voor de afwijkende ontwikkelingsstadia in grafische en tekstuele werken.
|
23 |
staatDocument waarin gegevens in horizontale en verticale rijen zijn gerangschikt.
|
24 |
staatgebied met grenzen en een eigen bestuur
|
25 |
staatstaan (stond, heeft gestaan) 1in opgerichte houding op de voeten rusten: op wacht staan; nergens voor staan tot alles in staat zijn, geen scrupules kennen; hij staat te dromen droomt voortdurend; zich [..]
|
26 |
staatEen staat is een in hoge mate soevereine organisatie die gezag uitoefent op de bevolking die binnen een bepaald afgebakend grondgebied woont. De staat vertegenwoordigt deze bevolking naar buiten toe e [..]
|
27 |
staatEen staat is een in hoge mate soevereine organisatie die gezag uitoefent op de bevolking die binnen een bepaald afgebakend grondgebied woont. De staat vertegenwoordigt deze bevolking naar buiten toe e [..]
|
28 |
staateen geschrift houdende een opgave van gegevens die in een andere vorm dan één rij zijn gegroepeerd.
|
29 |
staatStaat, m. (staten), stand, rang, hoedanigheid; kwaliteit; opschik, tooi; toestand, omstandigheid; het huis is in goeden - (toestand). *-, vermogen; ik ben daartoe niet in - (niet bij magte); iem. (tot [..]
|
<< Munch | inversie >> |