1 |
VolgzaamVolgzaam, bn. en bijw. (...amer, -st), gehoorzaam, gedwee.
|
2 |
VolgzaamBereid, Bereidwillig, Braaf, Buigzaam, Dociel, Gedwee, Gehoorzaam, Gewillig, Gezeglijk, Goedschiks, Goedwillig, Handelbaar, Inschikkelijk, Koest, Lief(e)lijk, Mak, Meegaand, Murw, Onderdanig, Onderworpen, Onnozel, Plooibaar, Schaapachtig, Soepel, Tam, Toegeeflijk, Verduldig, Willig, Zoet
|
<< Voedzaam | Volmondig >> |